De vroegst bekende reizigers uit de Lage Landen die Italië bezochten waren twee Friese koningen. In de eerste eeuw n.C. reisden zij naar Rome om een verzoek voor te leggen aan keizer Nero. Zij werden, aldus de historicus Tacitus, rondgeleid langs de mirabilia van Rome en zorgden voor enige opwinding in de stad door hun bravoure en warsheid van grootstedelijke etiquette. In hun voetsporen zouden nog talloze reizigers Rome bezoeken, om vele redenen, hetzij als pelgrim, hetzij als diplomaat of als toerist.