Frans Hals was een van de meest vernieuwende schilders van de 17e eeuw in Nederland. Later maakte zijn losse schilderstijl hem favoriet bij de impressionisten. Totdat de tijd hem inhaalde. Nu is hij dankzij een samenwerking van vier musea weer terug waar hij hoort: op het podium.
Het Rijksmuseum in Amsterdam, het Frans Hals Museum in Haarlem, de National Gallery in Londen en de Gemäldegalerie Staatliche Museen zu Berlin sloegen voor een hernieuwde kennismaking met Frans Hals de handen ineen en stelden de grote internationale tentoonstelling samen die nu in Amsterdam is te zien. De laatste was ruim dertig jaar geleden. De samenwerking tussen de vier musea verklaart hoe het is gelukt zo’n vijftig portretten en genrestukken van topkwaliteit bijeen te brengen, waaronder vier grote groepsportretten.
Extra bijzonder is dat de Wallace Collection in Londen voor het eerst in haar geschiedenis het beroemde doek De lachende cavalier uit 1624 heeft uitgeleend, waar het al sinds 1870 hangt. Vijf jaar daarvoor had de Engelse aristocraat Richard Seymour-Conway, vierde markies van Hertford, het portret op een Parijse veiling voor het enorme bedrag van 51.000 Franse francs gekocht. Elf keer meer dan waarvoor de vorige eigenaar, een Franse graaf, het in 1822 in Nederland verwierf. Het prijsverschil illustreert hoe de belangstelling voor Frans Hals, die sinds de 18e eeuw in vergetelheid was geraakt, in die tijd weer rap toenam dankzij de inspanningen van de Franse kunstcriticus Théophile Thoré-Bürger, die vanaf 1857 in zijn publicaties het werk van Hals weer onder de aandacht bracht. Een paar jaar later herontdekte Thoré ook het werk van Johannes Vermeer.
Wie Hals op De lachende cavalier afbeeldde is niet bekend. Uit het opschrift rechtsboven op de wand achter de man blijkt dat hij in 1624 de leeftijd had van 26 jaar. Zijn kleurrijke, weelderige kleding wijst er bovendien op dat de cavalier op het moment van schilderen nog vrijgezel was. Mannen die gehuwd waren werden veel soberder geportretteerd. De borduursels op de mouw van de cavalier, met onder meer een afbeelding van een liefdesknoop en de pijl-en-boog van Cupido, suggereren dat de geportretteerde in die tijd openstond voor de liefde.