Schilderen voor de handel – Pottekookers

Handelaren kregen gedurende de 19e eeuw steeds meer grip op de kunstmarkt. Mede dankzij hen slaagden veel schilders erin hun hoofd financieel boven water te houden. Maar onvermijdelijk ging dat ook ten koste van hun artistieke vrijheid. De tentoonstelling Kunst voor de Kost in het Dordrechts Museum gaat over de ondernemende kant van schilders, de commerciële druk die zij ondervonden, over smaak en kwaliteit. Conservator Sander Paarlberg geeft tekst en uitleg.

TEKST: Bernadette van der Goes

“Verdomme, wéér een stad met witte wolken!” klaagde de Haagse Schoolschilder Jacob Maris volgens een bron uit 1910, omdat er bij kunsthandelaren en publiek grote vraag bleef naar zijn voorstellingen van stadsgezichten met imposante bewolkte luchten. Zijn oeuvre werd er minder afwisselend van. Een tijdgenoot noemde dat ‘het gevaar van de kunsthandel’.

De Franse kunstenaar Henri Fantin-Latour maakte het liefst sprookjesachtige, imaginaire voorstellingen, maar zag zich om commerciële redenen gedwongen veel bloemstillevens te schilderen. De vraag van verzamelaars was zo groot dat de Londense galeriehouder Edwin Edwards hem aanspoorde zijn productie te verhogen. In 1872 schreef hij aan Fantin-Latour dat hij best sneller mocht werken, ook als de kwaliteit daardoor minder werd. Ze werden toch wel verkocht.

Op de tentoonstelling Kunst voor de Kost in het Dordrechts Museum hangt van beide schilders een dergelijk voor de handel gemaakt werk, overigens van uitstekende kwaliteit. “Bezoekers realiseren zich niet dat kunstenaars vaak gedwongen waren bepaalde onderwerpen te schilderen. En hoe dwingend de handel kon zijn”, zegt conservator en samensteller van de tentoonstelling Sander Paarlberg. Bij de voorbereidingen stuitte hij op de briefwisseling van schilder Willem Roelofs met de Amsterdamse kunsthandel Frans Buffa en Zonen. Naar aanleiding van drie olieverfschetsen met landschappen vroeg Buffa hem in 1884 een paar details toe te voegen: “Waardoor ze nog mooyer worden en ons in staat stellen ze voor afgewerkte meesterstukken van Roelofs tot een hoogen prijs te verkoopen!”

SCHILDERSWINKEL

Rekening houden met vraag en aanbod en met de wensen van de handel was in de 19e eeuw niet nieuw. Ook niet toen het beroep van schilder in de eeuwen daarvoor nog vooral een ambacht was. Om de markt te bedienen specialiseerden schilders zich vanaf de 17e eeuw in verschillende genres. Zij konden eindeloos variëren op een thema en maakten werk in verschillende prijscategorieën.