Voor Navid Nuur is de wereld om hem heen nooit iets vanzelfsprekends: er is altijd wel wat te bevragen en te herontdekken. Hij wil iets zien wat er wel is maar niemand nog ziet en dat aangrijpen om daar kunst van te maken. En dat kan met alle mogelijke materialen. ‘Hoe je ruikt, ziet, voelt en de weg vindt naar de uiteindelijke vorm, dat maakt allemaal onderdeel uit van het eindproduct.’ Nog een eeuw te zien in de Oude Kerk in Amsterdam.
De kunstenaar staat op het punt zijn atelier te verhuizen naar het centrum van Den Haag. Veel zit al in verhuisdozen, maar overal staat nog werk: keramiek, schilderijen, tekeningen en sculpturen in de vorm van sloten. Daarnaast grondstoffen, waaronder klei en eindeloos veel potjes met gruis, dat hij heeft meegenomen van alle uithoeken van de wereld en zelfs erbuiten. Het is het materiaal waarmee Navid Nuur (°1976, Teheran) de beschouwer net op een andere manier wil laten kijken en denken. Het hoogst bereikbare bij een kunstwerk is volgens de kunstenaar niet dat ding dat in een museum staat, maar eerder het gegeven dat je bij een tentoonstelling gereedschap meekrijgt om op een andere manier naar de wereld te kijken. Veel werken van Nuur bestaan slechts tijdelijk en blijven achteraf alleen bewaard in een publicatie of als documentatie. In zijn kunst bevraagt hij alles waarmee we ons omringen, om vervolgens fascinerende uitkomsten aan te reiken waarop je als beschouwer meer dan eens stevig moet kauwen. Soms letterlijk, door bijvoorbeeld een alfabet van kauwgom te maken dat hij al kauwend heeft samengesteld. Alledaagse betekenissen van dingen waarmee we ons dagelijks omringen zet hij op zijn kop en verwisselt die met nieuwe manieren om ernaar te kijken. Waarom moet een schilderij bijvoorbeeld bestaan uit verf en canvas? Zou je dat niet kunnen oprekken door het met andere materialen te maken om zo weer tot nieuwe betekenissen te komen? Dat is volgens Nuur ook de bedoeling van kunst: “Ik had niks met Matisse en al helemaal niets met die tuinen die hij schilderde. Totdat er opeens een dia voorbijkwam waardoor ik mij realiseerde dat het hem niet om die tuinen of de natuur ging, maar dat hij die als excuus gebruikte om iets anders te vertellen.