De geheimen van persglas

De ontwikkeling van de persglastechniek maakte massaproductie van glaswerk. De Franse glaskunstenaar René Lalique, die zich aan het begin van de 20e eeuw ging toeleggen op de glaskunst , had een aanzienlijke invloed op de ontwikkeling van het persglas. In de laat 19e en vroege 20e eeuw werd persglas populair vanwege de efficiëntie en de mogelijkheid om glaswerk op grote schaal te produceren, een betaalbaar alternatief voor met de handgeblazen glas en kristal.

TEKST: Rachel Reijers

Persglas ondergaat een fabricageproces waarbij een metalen mal, bestaande uit twee delen, wordt gebruikt. Eerst wordt een gipsen model vervaardigd, gevolgd door het maken van een afdruk met giet- of vormzand, die fungeert als contramal. Een tweedelige mal van gietijzer wordt gegoten rondom deze contramal, voorzien van een scharnier om het lossen van het object te vergemakkelijken. De mal wordt verwarmd met gasbranders, waarna de glasblazer een klodder gesmolten glas (bestaande uit zand, soda en potas) in de vorm laat zakken en het onder druk samengeperst wordt. Na het persen moet het glas geleidelijk onder afnemende temperaturen afkoelen. Na het lossen van het glas kan nabewerking plaatsvinden, zoals het wegsnijden of polijsten van de gietnaden, die overigens vaak enigszins zichtbaar blijven.

In 1878 werd de geperste glastechniek geïntroduceerd bij de fabriek Jeekel, Mijnssen & Co. in Leerdam. Deze innovatieve techniek bood de mogelijkheid om op een relatief eenvoudige en kostenefficiënte manier glazen voorwerpen te produceren voor een breed publiek. In 1912 bracht de aanstelling van P.M. Cochius (1874-1938) als directeur van de glasfabriek aanzienlijke veranderingen met zich mee. Zijn ambitie was het creëren van mooi vormgegeven producten die voor iedereen toegankelijk waren, met als doel esthetiek naar de massa te brengen. De geperste glastechniek was bij uitstek geschikt voor zijn visie, vanwege de relatief lage productiekosten en het gemak van fabricage. Cochius nodigde gerenommeerde kunstenaars en architecten, zoals H.P. Berlage (1856-1934) en K.P.C. de Bazel (1869-1923), uit om ontwerpen voor glaswerk te maken. Dit resulteerde onder andere in prachtige ontbijtserviezen van geperst glas, gekenmerkt door eenvoud zonder decoraties en met de nadruk op vorm en kleur. De Bazel ontwierp een tienkantig geperst glazen ontbijtservies in zes verschillende kleuren, terwijl Berlage een ontbijt- en eetservies creëerde.