In het begin van de twintigste eeuw werd het Noord-Hollandse Bergen een toevluchtsoord voor kunstenaars, aangetrokken door het schilderachtige landschap van polders, bossen, duinen en zee. Ook vandaag de dag blijft dit landschap inspireren. Kunsthistoricus en gastcurator Eliane Odding liet zich erdoor meeslepen en maakte er een tentoonstelling over in Museum Kranenburgh. Wandel met haar mee, door zowel de expositie als het betoverende landschap zelf.
Eliane Odding (°1993) begroet haar gast in hartje van het dorp, voor de deur van het café Huis met de pilaren. Het is een plek waar de tijd lijkt stil te staan en waar Bergense School kunstenaars als Arnout Colnot, Dirk Filarski en Matthieu Wiegman elk moment zouden kunnen binnenstappen. Vanaf de Ruïnekerk ertegenover wandelt ze de Hoflaan op waaraan Museum Kranenburgh ligt, sinds 1993 het museum van Bergen. De kunsthistoricus en zelfstandig curator heeft er de tentoonstelling gemaakt over het Bergense landschap. “Het is een wandeling geworden door de tijd en ruimte. Een ontwikkeling van hoe kunstenaars overstapten van het schilderen van zomaar een mooi landschap in de 19e eeuw naar een meer kritische en ook meer spirituele kijk erop”, vertelt ze. “En net als een paar andere kunstenaarsdorpen aan het begin van de vorige eeuw, zoals Laren, Domburg of Volendam, zijn kunstenaars gefascineerd geraakt door het landschap dat ze hier vonden. Wat hielp was dat de vermogende kunstverzamelaar en mecenas Piet Boendermaker hier was neergestreken. In zijn huis aan de Loudelsweg verzamelde hij door de tijd duizenden schilderijen van de Bergense School. Regelmatig betaalde hij maand- en jaargelden aan kunstenaars in ruil voor inzending bij een tentoonstelling. Zijn Huize De Klomp werd al snel een ontmoetingspunt voor leden van de Bergense School. Maar ik geloof toch dat de schoonheid van het landschap de belangrijkste reden was om zich hier te vestigen, met name in de zomermaanden.”