De Tachtigers (ca. 1880 tot 1894) ontketenden een revolutie in met name de literatuur, maar het enthousiaste, nieuwe elan sloeg ook over op beeldend kunstenaars, onder wie Jan Veth, Antoon Derkinderen en Willem Witsen. Als studenten van de Amsterdamse Rijksacademie wilden zij leren etsen en besloten koppig om, toen hun docenten daar onvoldoende aan meewerkten, zich de etstechniek eigen te maken en maar meteen de Nederlandsche Etsclub op te richten. Deze maand zijn enkele van de resultaten te zien in het Dordrechts museum.
Ter onderscheiding van ambachtelijke drukkers noemden Jan Veth, Antoon Derkinderen en Willem Witsen zichzelf ‘peintre-graveurs’. Ze kochten een etspers en gingen proefondervindelijk aan de slag om zelf hun etsplaten af te drukken. In hun jeugdige enthousiasme gingen ze nog verder. Om de etstechniek bij hun collega’s en bij het grote publiek onder de aandacht te brengen besloten ze een vereniging op te richten, de Nederlandsche Etsclub. Ze benaderden verschillende vrienden en vriendinnen van de Rijksacademie in Amsterdam, zoals Maurits van der Valk, Willem Bastiaan Tholen en Wally Moes, en wisten hen te overtuigen eveneens etsen te gaan maken. Om de reikwijdte van hun initiatief te vergroten vroegen ze ook de Haagse graficus Philip Zilcken mee te werken. Hij bracht weer andere kunstenaars uit de Hofstad aan en zo groeide de Nederlandsche Etsclub in korte tijd uit tot een serieuze kunstenaarsvereniging.
In de tien jaren dat de club heeft bestaan, van 1885 tot 1896, gaf de vereniging negen mappen uit met in totaal honderd prenten van achtentwintig verschillende kunstenaars. Naast de uitgave van grafiekmappen organiseerde de Nederlandsche Etsclub afwisselend in Amsterdam en Den Haag tentoonstellingen van kunstwerken op papier, veelal uitgevoerd in zwart-wit. Hier namen zowel de clubleden aan deel als ‘genoodigden’, kunstenaars uit binnen- en buitenland die destijds tot de avant-garde behoorden en voor wie het bestuur grote waardering had. Hiertoe behoorden bekende kunstenaars als James McNeill Whistler, Odilon Redon, Vincent van Gogh, Johan Barthold Jongkind, Mary Cassatt, William Morris, Pierre Puvis de Chavannes, Édouard Manet, Charles-François Daubigny, Henri Fantin-Latour en vele anderen.