Etnografica: geliefd bij kunstenaars

De familie Lemaire handelt al heel lang in traditionele niet-westerse kunst. Finette Lemaire, kunsthandelaar in etnografica, vult het op haar eigen manier in, met objecten die ze zelf mooi vindt.

TEKST: Koos de Wilt

De galerie van Finette Lemaire is sinds 1978 gevestigd aan de Reguliersgracht in Amsterdam, tegenover het Amstelveld en schuin uitkijkend op kerk De Duif. Als een van de eersten in Nederland begon Louis Lemaire in 1920 etnografische kunst te verzamelen en te verhandelen. In 1933 opende hij een kunsthandel in de hoofdstedelijke Leidsestraat, waar hij ook oosterse tapijten verkocht. Met ruim 90 jaar ervaring is Galerie Lemaire een van de oudste kunsthandels in dit vakgebied ter wereld. Louis’ kleindochter Finette werd in 1998 betrokken bij het familiebedrijf, hoewel dat aanvankelijk niet haar bedoeling was. Zij studeerde museologie aan de Reinwardt Academie om in musea te gaan werken. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan.

Want ze kwam er al vroeg mee in aanraking. “Toen ik nog kind was gingen we elke zaterdag bij mijn grootouders eten, die op de Prinsengracht woonden. Daar was sinds 1957 de galerie gevestigd”, vertelt ze. “Terwijl de volwassenen boven zaten, speelden de kinderen op de begane grond met trommels, schilden, maskers en gifpijltjes. Mijn grootvader vond dat allemaal prima, als we maar plezier hadden. Als mensen hier nu komen, dan mogen ze alles aanraken, het zijn meestal gebruiksvoorwerpen.”