KunstRAI

Mag ik u iets vragen? KunstRAI-galeristen en hun verhalen

Loopt u ook altijd met vragen rond op een kunstbeurs? Wij wel. Welke verhalen schuilen er achter de kunstwerken, wat drijft de galerist en hoe komt zo’n werk eigenlijk in hun collectie? We stelden een aantal prikkelende vragen aan elf galeriehouders van de KunstRAI en vroegen ze naar hun favoriete werken, naar de tekst bij de beelden en wat hen zoal beweegt in de kunstwereld. Wat blijkt? Achter elke verfstreek en elke keuze schuilt een verhaal dat je niet mag missen. Neem een kijkje achter de schermen van de kunstbeurs, van de eerste kennismaking met de kunstenaar tot het moment waarop het werk de galerie verlaat. Let’s dive in!

TEKST: Els Bracke

Levende Zero-legende

Arnold Ligthart: “Het werk van Christiaan Paul Damsté heeft altijd iets bijzonders voor mij. Als je kunst maakt met iets alledaags, zoals houten wasknijpers, moet je wel een bijzondere visie hebben. Damsté debuteerde in 1964, op slechts 20-jarige leeftijd, met zijn wasknijperreliëfs, opgebouwd uit eindeloze ritmes van herhalende knijpers. Als kind van zijn tijd sloot hij aan bij de NUL-beweging, die de werkelijkheid zelf tot kunst verklaarde. In zijn werk zie je de esthetiek van industriële massaproducten, maar met een seriële herhaling die kleine afwijkingen en onregelmatigheden laat zien – elke wasknijper is immers uniek. Hij maakt de kijker bewust van wat er al is, door het zo te isoleren dat je er op een andere manier naar kijkt. Mijn band met Damsté begon toen ik zijn werk ontdekte en sindsdien vertegenwoordigen we hem op kunstbeurzen. Hij is een kunstenaar die de opkomst van Zero van dichtbij heeft meegemaakt en veel te vertellen heeft over de tijd waarin hij exposeerde met grootheden als Schoonhoven, Fontana en Kusama. Wat zijn werk zo uniek maakt, is dat hij zijn reliëfs nooit in het iconische wit van de Zero-beweging uitvoerde, maar altijd in zwart of blank hout.